Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En indien [55]hun val [56]de rijkdom is [57]der wereld, en [58]hun vermindering de rijkdom der heidenen, hoeveel te meer [59]hun volheid! 55. Dat is, der Joden ongelovigheid en verwerping van het Evangelie. Zie vs.11. 56. Dat is tot een rijke en overvloedige kennis van Christus en van het Evangelie gelegenheid gegeven heeft. 57. Dat is, der heidenen door de ganse wereld verstrooid, gelijk daarna verklaard wordt. 58. Dat is, dat zo weinigen onder hen het Evangelie hebben aangenomen, gelegenheid is geweest, dat hetzelve zo rijkelijk aan de heidenen is bediend geworden. 59. Dat is, wanneer de Joden met grote hopen en menigte het Evangelie zullen aannemen, namelijk zal hetzelve wezen de rijkdom der heidenen.